In dit blog neem ik je mee op de zoektocht naar het vergeten levensverhaal van mijn voorvader Christiaan die geboren werd op de Kust van Guinee, als gestolen kind naar Nederland werd gebracht en voor zijn doop Presto werd genoemd. Welke naam zijn ouders hem gegeven hebben, is (nog) onbekend, vandaar de naam van het onderzoek “Hoe heette Christiaan?” Niet alleen onderzoek ik zijn leven en de wereld waarin hij leefde maar ook dat van zijn kinderen en kleinkinderen. Tijdens de speurtocht ontdekte ik dat Christiaan lang niet het enige Afrikaanse jongetje was, die als bediende in Nederland terecht kwam. Ook over de anderen schrijf ik. Hoe dat allemaal begon?
Jaren geleden typte ik mijn naam in de Google zoekbalk en de uitkomst heeft mij niet meer losgelaten. Dit vond ik: (Ondertussen weet ik dat onderstaande niet correct is.) Hiermee begon mijn zoektocht die mij tot de dag van vandaag bezig houdt. Wilt u weten wat er tot nu toe bekend is?
In de Samenvatting staat Christiaan zijn levensverhaal met alle vondsten tot nu toe. Een overzicht van alle blogs zijn te lezen via het Archief.2013 was het jaar dat de slavernij in Nederland 150 jaar was afgeschaft en mijn gedachten gingen zeer regelmatig naar mijn voorvader Christiaan van der Vegt, wiens achternaam en krullen ik met trots draag. Daarom heb ik besloten om op zoektocht te gaan naar zijn vergeten levensverhaal en dat vast te leggen in dit blog. Mijn droom is om ooit de naam te weten die zijn ouders hem gegeven hebben bij zijn geboorte op de Kust van Guinee, vandaar de vraag:
“Hoe heette Christiaan?”
In de Samenvatting worden alle vondsten bijgehouden zodat u vlot op de hoogte bent van het verhaal. In het Archief staan alle blogs op een rij, in volgorde van het schrijven. De zoektocht is ook te volgen via de Facebookpagina (+500 Volgers) waar o.a. de blogposts worden geplaatst en de timeline is gevuld met bronbestanden. Op Pinterest (+210 volgers) staat een verzameling van schilderijen (+650) met Afrikaanse bedienden bij Europese families en afbeeldingen die horen bij het verhaal van Christiaan zijn leven. Op Google Drive is een archief vrij toegankelijk met alle gevonden documenten en aktes. Er is een Tijdslijn met gebeurtenissen in Christiaan zijn leven. De Stamboom met zijn nazaten is in te zien via MyHeritage. Alle gemaakte foto’s van plekken uit zijn leven staan op Flickr. Af en toe Twitter ik over vorderingen en vondsten met #HoeheetteChristiaan. Ondertussen vormt er zich een Christiaan Bibliotheek, op Library Thing is zichtbaar welke boeken in de bibliotheek aanwezig zijn. Van de beschreven bladmuziek in de inventarislijsten gemaakt na het overlijden van D’Arrest, heb ik een Spotifylijst aangemaakt. Deze muziek hoorde en speelde Christiaan in Huize d’Arrest.
In mijn DNA is Christiaan nog duidelijk zichtbaar:
Schroom niet om te reageren. Heeft u vragen of opmerkingen? Ik hoor ze graag! U kunt ze posten op de facebookpagina of onder het blog. Ik reageer altijd.
De afgelopen tijd zoemen er regels voor een blog door mijn hoofd en het is nu tijd om het op te schrijven. De regels zijn zinnen uit de vier brieven die geschreven zijn door of namens Christiaan, de brief van Antje en de antwoorden van de burgemeesters van Weesp op deze brieven. Wanneer ik de zinnen in de volgorde zet van Christiaan zijn leven, komt zijn levensverhaal tevoorschijn in de woorden van toen, uit brondocumenten.
In het Nationaal Archief liggen de originelen. De eerste twee hebben we niet gevonden, de laatste twee brieven wel. Voor de eerste twee ga ik nog op speurtocht. Door de handtekeningen weet ik dat hij de laatste twee brieven niet zelf heeft geschreven maar wel ondertekend. Zolang ik de eerste twee brieven niet heb gevonden, is het nog niet bekend of hij deze brieven zelf heeft geschreven.
Achter de zinnen staat aangegeven uit welke brief de zin komt. Chr1 – Chr2 – Chr3 – Chr4 zijn de brieven van Christiaan, geschreven respectievelijk in 1815, 1816, 1817 en 1821 BrAntje is de brief die dochter Antje schreef aan Koning Willem I in 1830. BurgWeesp is de reactie van de Burgemeesters op de brieven. Bron Archief Weesp.
Lees Christiaan zijn leven, samengesteld uit zinnen van de brieven:
“Geeft met den onderdanigsten eerbied te kennen de ondergetekende Christiaan van der Vegt, geboortig aan de kust van Guinée (Chr2)
alwaar hare vader als Kind zijnde door de Guineesche is gestolen geworden, na Europa vervoert (BrAntje)
Hij toch had de eer reeds Uwer Majesteits Tante, Hare Doorluchtige Hoogheid, Mevrouwe de Princesse Carolina van Oranje Nasfau, en mede wijlen Zijne Doorluchtige Hoogheid, den welbeminden Prins Erfstadhouder, Uwer Majesteits vader, zijn Suppliants weldoener G[oed] G[unstig] als domestiek te dienen, (Chr3) Daar ondergetekende in den Jaar 1762, in dienst ben geweest bij Zijne Hoogheid den Heere Prins van Weisburg (Chr4)
Dat de Suppliant in den Jare 1764, benevens twee van zijne landslieden Coridon en Citron in dienst is gekomen van wijlen haare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Douariere van Oranje Nasfou en Vriesland, en op de hoge order van Haare Koninklijke Hoogheid het om ontbeerlijk onderwijs heeft genoten tot toediening van het Christendom, aan welk voorrecht de Suppleant zich hede met schuldige dankbaarheid herinnerd. (Chr1)
en als toen aan den Weledele Achtbaren Heer D’Arrest, toenmaals Burgemeester der Stad Weesp is present gemaakt, die hem voor eenen Anthikiteit heeft aangenomen, vervolgens laten Doopen bij welke Doop aan hem de naam van Christiaan en tot zijn van of toenaam (na de Rivier de Vecht) van der Vecht is gegeven geworden, waardoor hij alzoo bekend genaamd en geschreven is geweest als Christiaan van der Vecht, en alzoo vervolgens door den vernoemden Burgemeester D’Arrest als eigen groot gebracht, geleerd en onderhouden. (BrAntje)
Dat den voornoemde Heer Burgemeester in Zijn leven de Eer had, van bij Z[ijne] D[oorluchtige] H[oogheid: den Heere Prins Willem de Vijfde van Oranje en Nassauw buitengemeen in achting en bekend te zijn, en zelfs verscheiden malen aan het Hoff wierd genodigd, en des Suppliantes Vader insgelijks de hooge Eer genoot van uit hoofden Zijner vreemdelingschap en aardigheid meestal mede tegenwoordig te zijn, bij welke gelegenheden hare meergenoemde Vader ook de Eer en het genoegen heft gehad van Uwe K[oninklijke] M[ajesteit] als toen een kind zijnde verscheiden malen op den Arm te dragen, waarin Z[ijne] D[oorluchtige] H[eer] den Prins Willem de Vijfde een bijzonder genoegen had, om reden Uwe K[oninklijke] M[ajesteit] geen vrees voor een vreemde Couleur van Menschen bezat, en inteegendeel veel vermaak in het bijzijn van haar Vader aan den Dag legden (BrAntje)
als ook dat hij in latere Jaren het groote voorrecht heeft genoten uwe Majesteits doorluchtige Heer Vader met het Hoogen geselschap, op de Jagt te vergezellen. (Chr1) de edele trits der Vorstelijke lievelingen en alzo ook Uwe Majesteit, zijnen thans dierbaren Koning op de armen te dragen. (Chr3)
Vervolgens by meerder Jaren in het huwelijk getreden met den Kamenier van en bij den meergemelde Burgemeester. (BrAntje)
Dat de Suppliant ter beloning van een 23 Jarige dienst bij den Heere Burgemeester D’Arrest te Weesp voornoemd, is begunstigd met de bedieningen van Pluimgraaf, Lantaarnaansteker en zakkedrager aldaar, welke gecombineerd aan de Suppliant voor Vrouw en 6 kinderen, het nodig echter sober onderhoud opleverde tot den Jare 1811 (Chr1)
Of zoude het kunnen zijn, om dat hij na dien tijd eene kostwinning met twee zijner dogters gezocht heeft in, met eenige landlopers op de Jaarmarkten rondreizende voor een gewaande Koning van Kandia te spelen (BurgWeesp)
En dat haar dikwerf genoemden Vader altoos zelfs tot aan het smertlijk overlijden van Hare Koninklijke Hoogheid Mevrouwe de Princes Gemalinne, toen Douarriere van Z[ijne] D[oorluchtige] H[oogheid] den Heere Prins Willem de Vijfde aan het Hof is bekend geweest, en zelfs door en tot het overlijden van H[are] K[oninklijke] H[oogheid] Mevrouwe de Princes van Oranje en Nassauw met eene Jaarlijkse Gratificatie is begunstigd (BrAntje)
ik heb niet de minste bestaan om van te Kunnen leven Zoo wende ik mij ootmoedig tot uwes Koninklijke Majesteit met nederige beede dat het uwer Koninklijke Majesteit behagen moge om aan mij een geringe Gratificatie te ondersteunen, (Chr4)
Christiaan van der Vegt, geboren aan de Kust van Guinée, houdt gedurende den Winter zijn verblijf binnen deze Stad, en geniet als dan van de gereformeerde Diaconie ondersteuning gelijk alle andere armen, met hem gelijk staande en ontvangt daar en boven van de commissie van Warme spijsuitdeling tweemaals Weeks behoorlijk portien Warme en Voedzame soepen, hij heeft ook nog de Post van Turf en Korendrager enzv: des Zomers reist hij op Kermissen met eene Fluit of speelt in Spellen Voor Moorsche Koning. Of dat bedrijf hem genoegzame gelden kan opleveren om gedurende den Winter van te Kunnen bestaan is ons onbekend. (BurgWeesp)
snakt hij met dikwerf naam eene Beetje broodsen siddert voor de morgen eener nieuwen daageraad nog eenige schreden voor het graf zijn hem overig om Christen te sterven en alleen Uwe Majesteit is door de voorzieningheid in staat gesteld hem deze schreden, zonder van honger om te komen, mogelijk te maken.” (Chr3)
Vier jaar na de laatste brief, 11 januari 1825 overlijdt Christiaan, 82 jaar oud.
Tijdens het schrijven van de post over Christiaan zijn kleinkinderen ontdekte ik tot mijn schrik dat ik er eentje vergeten had. Catharina Johanna van der Vegt, dochter van Teunis, vernoemd naar haar grootmoeder Kaatje aan vaderskant en haar grootvader Jan aan moederskant. Op andere documenten zoals haar geboorteakte staat Catrina, vandaar dat dit blog zo heet. Ze werd geboren op 15 augustus 1820 in Buiksloot. Haar moeder is Hendrika Heuting, haar vader is Teunis, de zoon van Christiaan waar ik steeds meer over te weten kom. Door die vondsten heb ik wel eens een nachtje wakker gelegen…. Catrina haar broer Jan Christiaan is vier jaar ouder, hij is vanaf zijn 13e jaar zoek in de archieven, zou hij zijn gaan varen? Ik blijf naar hem uitkijken. Haar ouders hebben een klein jaar voor haar, Elizabeth gekregen en die kan ik nergens verder vinden. Ik ben bang dat zij vlak na haar geboorte is overleden.
Op de geboorteakte wordt aangegeven dat haar vader een arbeider is zonder vaste woonplaats. Zijn woonplaats was waar er gewerkt werd aan het Noord-Hollands Kanaal en zijn kinderen werden geboren waar hij werkte. Catrina haar zusje Hendrica Sophia werd in Warmenhuizen geboren waar toen gewerkt werd aan het kanaal.
“Feestelijke eerstesteenlegging van de Willem I sluis of Willemssluis in Amsterdam-Noord die toegang geeft tot het Noordhollandsch Kanaal vanaf het IJ bij Amsterdam op 6 mei 1820. In het midden een grote tent die diende als kantoor voor de inspecteur-generaal Jan Blanken. Eromheen tientallen mensen. Op de achtergrond huizen en enkele schuren. Linksachter water met het zeil van een schip dat boven de dijk uitkomt”. Gerrit Lamberts Coll. Rijksmuseum
Op Oneindig Noord-Holland staan een aantal leerzame artikelen, geschreven door Maarten Hell, over de aanleg van het Noord-Hollands Kanaal. Daar leer ik ook over de sluis Willem I waar, drie maanden voor de geboorte van Catrina, de eerste steen werd gelegd. (zie bovenstaande afbeelding) De sluizen liggen in Buiksloot.
Catrina zal zo met haar ouders door Noord-Holland zijn getrokken, van stad naar stad. Naar de plaatsen waar haar vader werk had. Haar oom Christiaan werkte ook aan het kanaal en ik vermoed haar oom Cornelis en zijn zwager Joseph ook. Ergens in een document hoop ik ze te vinden, misschien een kleine aantekening over deze vier zwarte mannen gravend in Noord-Holland. In het Noord-Hollands archief ligt de doctoraalscriptie van G. Dil genaamd: “30595 “De poldergasten van het Noordhollands kanaal” : het leven en werken van de arbeiders die dit kanaal hebben gegraven en gebaggerd in de jaren 1819 tot 1825 / G. Dil, 1986“. Die staat nu op mijn lijstje om te gaan lezen.
In de archieven kom Catrina haar weer tegen in 1839, net een maand 19 jaar, krijgt ze haar zoon Johannes in Amsterdam. De akte vertelt veel, ze is van beroep dienstbode en woont in de Boomsloot nr 4. Johannes wordt aangegeven door de directeur van het Binnengasthuis, samen met twee suppoosten. Zou er niemand anders geweest zijn uit haar omgeving om haar zoon aan te geven? Het klinkt eenzaam…. en wie is de vader van Johannes?
Ergens in dit pand stond Catrina haar bed. Wie er nog meer op Boomsloot 4 woonden heb ik niet kunnen vinden. De bevolkingsregisters beginnen 10 jaar later. Zou ze als dienstbode intern geweest zijn? Het is wel opvallend hoeveel kleinkinderen van Christiaan allemaal werkten als dienstbode.
Haar ouders wonen nu in Den Helder, daar waar het Noord-Hollands Kanaal eindigt. Het lijkt er op dat ze met Johannes naar haar ouders is gegaan. Hij is net een jaar oud wanneer hij op 20 oktober 1840 in Den Helder overlijdt. Haar vader Teunis doet de aangifte. Tot nu toe staat er in elke akte dat hij niet kan schrijven maar nu bij het aangeven van het overlijden van zijn kleinzoon, ondertekent hij. Hij ondertekent in januari 1842 de overlijdensakte van zijn echtgenote Hendrika Heuting niet, hier staat weer aangegeven dat hij niet kan schrijven. Catrina heeft nu haar zoon en moeder in korte tijd verloren en ik vraag mij dan af hoe het met haar gaat… Hoe het met haar vader gaat hoef ik mij niet af te vragen. Catrina krijgt een (half)broertje, op 20 maart 1843 wordt Teunis van der Vegt junior geboren. Zijn moeder is Vrouwtje Brederode. Een lang leven is hem niet gegeven, hij overlijdt op 14 januari 1844.
In dit zelfde jaar is er ook een heugelijke gebeurtenis, Catrina trouwt. Op 19 december 1844 zegt ze Ja in Den Helder tegen de Amsterdamse zeeman Johannes Tuijnman. Hij kan schrijven, zij niet. Zou deze Johannes de vader zijn van kleine Johannes? Was hij op zee toen Catrina zwanger bleek te zijn? Was hij net terug en zijn ze toen getrouwd? Allemaal vragen waar ik nu (nog) geen antwoord op heb. Misschien is er ergens een monsterrol te vinden waar zijn naam op staat….
Het lijkt erop dat ze na haar huwelijk dienstbode werd in Den Helder. Richardus Philippus Arnoldus van Rees werd 17 april 1850 geboren en staat onder haar naam. Ze zal dus voor zijn geboorte al bij hen gewerkt hebben. Hij werd kunstschilder en je kan hem terugvinden bij de RKD. Hij schilderde vooral schepen, hij zal die genoeg gezien hebben in Den Helder. Ik kon het niet nalaten om te onderzoeken hoe het mogelijk was dat zijn moeder zich een dienstbode kon veroorloven. Al snel vond ik het huwelijk van zijn ouders, zijn vader is Luitenant ter zee en dat zal voor genoeg inkomen gezorgd hebben.
In 1853 duikt het echtpaar op in het bevolkingsregister van Amsterdam. Echt honkvast zou ik ze niet willen noemen. maart 1853 – ? Bloemstraat 172 8 oktober 1854 – 8 maart 1855 Prinsengracht 521 9 maart 1855 – juni 1855 Bloemstraat 179 juni 1855 – september 1855 Anjelierstraat 467 In het boek staat dat ze vertrekken naar Den Helder.
In Den Helder gaat ze ook door met regelmatig verhuizen: Ik heb even getwijfeld hoe ik hier verder zou gaan met schrijven, volg ik de gebeurtenissen of volg ik de volgorde van de vondsten. Voor het laatste heb ik gekozen omdat het misschien anderen helpt hoe je soms via een omweg toch achter gegevens kan komen.
Het volgende wat ik namelijk in de archieven vond, was een huwelijk van Catrina met de sergeant van het korps mariniers, Pieter Hendrik Olivier op 27 juni 1861 in Den Helder. In de akte staat dan Catrina weduwe is van Johannes Tuijnman. Nergens in de archieven vond ik Johannes zijn overlijden maar de oplossing zat in de huwelijkse bijlagen. Johannes is overleden in het “Hospitaal te Weltevreden” op 20 januari 1859. Er staat ook dat het is ingeschreven in Amsterdam op 11 maart 1861. Dus op zoek naar die inschrijving, misschien staat daar meer informatie op. Wanneer ik in het boek met overlijdensaktes aankom op de datum 11 maart 1861 blijkt dat er veel mensen op die dag zijn ingeschreven die overlijden zijn in Indonesië. Hij voer op het fregat Palembang en nu is het eenvoudig om meer over zijn vertrek te achterhalen. Via Delpher kan je alle scheepstijdingen vinden en het fregat volgen op haar reis.
Tussen zijn overlijden en de melding in het Amsterdams archief zit ruim 2 jaar. Hij overleed op 20-01-1859 en de melding is op 11-03-1861. Zou Catrina ook al die jaren hierover onwetend zijn geweest? Wat ik wel weet is dat ze dus drie maanden na die melding in het huwelijk stapt met heer Olivier. Ze is dan 40 jaar oud. Lang heeft dit huwelijk niet geduurd, op 26 januari 1865 overlijdt ze in Leiden in de Dolhuissteeg.
Dolhuissteeg naar het westen gezien. Coll Archief Leiden
Ik denk dat ze een bezoek aflegde bij haar schoonfamilie.
Nazaten heeft ze niet, na Johannes kreeg ze geen kinderen meer maar haar naam leefde wel voort. Haar zusje vernoemde in 1857 haar dochter naar Catrina, Catharina Johanna van der Vegt. Over haar schreef ik al een blog want zij had een intrigerend leven. Een kleindochter van deze Catharina Johanna kreeg de namen Johanna Catharina in 1919 en zo leeft Catrina toch voort in de familie.
De gedachten over Christiaan zijn graf begonnen weer actief te worden door een bericht in het Weespernieuws geschreven door Christian Pfeiffer: Er staat nog altijd een bezoek aan deze begraafplaats op mijn wensenlijstje. Er liggen meerdere nazaten van Christiaan begraven en ik denk dat verscheidene van mijn voorouders hier ook begraven waren. Op de site van Online-begraafplaatsen kun je zien wie er begraven liggen.
In de tijd van Christiaan werden in Weesp de mensen rondom de kerk begraven en dat zal voor hem niet anders zijn geweest op 14 januari 1825. Tot mijn verbazing vond ik destijds dat hij een graf had waarvoor betaald is. Al zijn kinderen zijn pro deo begraven. Ik weet nog steeds niet wie daarvoor geld genoeg had. Zou dit betekenen dat hij geen armengraf had maar een eigen graf?…
In 1829 werd in Weesp de begraafplaats Landscroon geopend. Het ligt naast Leeuwveld, hier stond de buitenplaats Leeuwenveld waar D’Arrest eigenaar van was in de tijd dat Christiaan hem diende. Dit gebied moet voor hem zeer bekend zijn geweest. Ook vanwege de vinkenjacht die er plaats vond en ik denk dat Christiaan daar nauw bij betrokken was. De opening van Landscroon was dus maar een paar jaar nadat Christiaan naast de kerk was begraven. Voor degene die snel iets luguber vinden, raad ik aan om niet verder te lezen.
Ik vraag mij nu dus af of Christiaan zijn graf tussendoor is geruimd of dat hij bij de kerk heeft gelegen totdat de hele begraafplaats werd geruimd. Ik heb daar de datum van gezocht maar niet gevonden, ik weet wel dat rond 1957 de graven in de kerk zijn geruimd. Op de site van Oneindig Noord-Holland staat een artikel over “De Weesper zerkenlichter” en de graven in de kerk door Henk Bouma. Eén van zijn bronnen wil ik heel graag gaan inzien. “Doodgraversregister Grote Kerk te Weesp, januari 1821 – december 1829, Kerkarchief Grote Kerk, inventarisnummer 3.30.1b/604, Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen te Weesp“.
Zou ik hier ook het grafnummer van Christiaan kunnen terugvinden? In zijn artikel staat namelijk ook een afbeelding die kan gaan helpen bij de speurtocht naar Christiaan zijn laatste rustplaats.
Het origineel ligt in het archief van Weesp, daar zal ik de cijfers beter kunnen lezen.
Begrijpen jullie waar ik naar toe wil….
Over enkele tijd logeer ik in de mooiste hotelkamer van Nederland, heb ik cadeau gekregen vanwege een bijzondere gebeurtenis. Dit is het uitzicht vanuit bed, op de kerk waar de begraafplaats was.
Foto Christian Pfeiffer
Stel dat ik weet waar zijn graf was en stel dat het inderdaad pas geruimd is gelijk met de graven in de kerk… Zouden ze alles hebben weggehaald of zou er misschien nog een botje te vinden zijn…… In dat botje zit dan zijn DNA en moet je voorstellen wat ik daar allemaal mee kan doen. Misschien is de verleiding wel zo groot dat ik ‘s nachts met een zaklamp en een schepje op pad ga, op zoek naar een botje van mijn voorvader Christiaan.
Nog steeds weet ik niet wanneer Christiaan zijn dochter Grietje is overleden en dat zou ik toch wel heel graag willen weten. Niet alleen wanneer maar ook waar…. De afgelopen tijd ben ik weer gaan speuren. Als eerste maar eens duidelijk proberen te krijgen in welke periode zij overleden is. Haar laatste kind werd in 19 januari 1825 geboren in Den Helder. Ik heb niet gevonden dat ze overleden is bij de bevalling.
Soms heb je geluk bij je onderzoek, vind je iets onverwachts wat antwoorden geeft waar je niet om gevraagd heb. In 2014 was ik samen met Michel Doortmont in het Nationaal Archief op zoek naar de originele stukken rond de brief van Christiaan zijn andere dochter, Antje. Bij die stukken lag een papiertje waardoor ik zoon Jan vond maar dus ook informatie over Grietje waar ik nu geholpen mee ben.
Dit document is opgemaakt op 25 juni 1830, alle kinderen van Christiaan en Kaatje worden genoemd en waar ze verbleven. Ook degenen die overleden waren. Bij Grietje staat dat ze in Den Helder woont en dus nog leeft.
Het volgende document is de overlijdensakte van haar zoon Joseph. Wanneer je op de afbeelding klikt, zie je het originele document wat je kan vergroten om beter te lezen.
Achter Margaretha van der Vegt staat geschreven: “blijkens dood extract“. Ik denk dat ik nu de conclusie kan trekken dat Grietje is overleden tussen 25 juni 1830 en 9 december 1833.
De afgelopen dagen ben ik gaan bladeren in alle overlijdensakten in Den Helder tussen januari 1825 en januari 1834 via Familysearch. Voor de zekerheid maar begonnen bij de geboorte van haar dochtertje Maria. Ik heb haar niet gevonden, niet als Grietje of Margaretha en niet met de naam Van der Vegt/Vecht of Nassies. (ik heb trouwens ook nog geen huwelijksakte gevonden van Grietje en Joseph).
De volgende mogelijkheid die ik had bedacht was het bevolkingsregister maar de bevolkingsregisters in Den Helder beginnen in 1850-1860, dus te laat…. Ik zag wel iets anders: Hiervoor zal ik naar Alkmaar moeten.
Ook laat dat “blijkens dood extract” mij nog niet los. Zou dat briefje ergens in het Zeeuws archief zijn bewaard? Waar was dat voor nodig? En het belangrijkste, wat staat er geschreven?
Na even zoeken in het Zeeuws Archief vind ik dit: 886-1175 “Bij de raad, burgemeesteren, burgemeester en wethouders en burgemeester ingekomen stukken, 1814 mei-1913 juli“. Ingekomen stukken, dat briefje zou je kunnen beschouwen als een in gekomen stuk.
Bij het Zeeuws archief is scannen nog niet gratis zoals bijvoorbeeld in Alkmaar, echter een ritje Vlissingen is duurder dus: Wie weet zit het briefje er tussen!
UPDATE 23-08-2020: De digitalisering is gereed en ik blader door de documenten.
Ondertussen ga ik ook nadenken over andere opties:
In 1830 was Grietje 46 jaar oud, haar zoon Christiaan (die ook zoek is) was 10 jaar en Cornelis 9 jaar. Zouden ze de kinderen naar het weeshuis hebben gebracht, zie de aantekening op dochter Maria haar overlijdensakte. Zouden ze hebben rondgetrokken met hun kermistent, weer hebben opgetreden als de “Singaleezen en Waterchineezen“? Zou ze nog met haar zus Antje langs kermissen hebben getrokken zoals de burgemeesters van Weesp schreven in de jaren 1815-1821? Zou ze ergens onderweg zijn overleden….. Er zijn nog zoveel mogelijkheden!
Ik ben nog niet uitgezocht en ik ga het nog niet loslaten!
Detail van Willemsoord te Den Helder bij het Nieuwe Diep en de ingang van het Noord-Hollands Kanaal, ca. 1830. Collectie Provinciale Atlas, Noord-Hollands Archief.
UPDATE 16-07-2020 Ik kreeg de suggestie dat het dood extract misschien niet van Grietje was maar van Joseph. Dus ben ik weer verder aan het bladeren in de overlijdensaktes in Den Helder. Op Joseph zijn akte van 1853 staat dat hij weduwnaar is. Dus ik blader door tot 1853.
Vanaf het begin schrijf ik dat ik Christiaan zijn kinderen en kleinkinderen onderzoek. De afgelopen dagen vroeg ik mij af wat ik eigenlijk van welk kleinkind weet of juist niet. Daarom nu maar eens een overzicht met alle kleinkinderen die een naam hebben gekregen.
Kleinkind voor kleinkind ga ik vermelden met linkjes naar hun verhalen en met de eventuele vragen die ik nog over hen heb.
Kaatje van der Vegt (Weesp 1820 – Weesp 1893) Als allereerste staat mijn pittige betovergrootmoeder Kaatje in de lijst. Over haar heb ik al veel geschreven en ik denk niet dat ik haar nog verder hoef te onderzoeken. Al blijft natuurlijk wel de vraag waarom ze naar haar echtscheiding niet huwde met mijn betovergrootvader Hendrik met wie ze zeven kinderen kreeg…
Dirk van der Vegt (Weesp 1824 – Weesp 1826) Dirk van der Vegt (Weesp 1828 – Weesp 1828)
Christiaan van der Vegt (Weesp 1829 – Weesp 1895) Kris van der Vecht noemde hij zichzelf en zijn bijnaam was Zwarte Chris. Hij had blauwe ogen, blond haar en een bruine huidskleur. Uit de archieven blijkt dat hij nogal “luidruchtig” was. Zouden wij dat ook niet hebben wanneer je 10 kinderen krijgt en de oudste maar 22 jaar oud wordt? Hij heeft een nacht in de gevangenis gezeten met de broer van mijn overgrootvader, ik denk dat hij hem dus ook gekend heeft.
Geertrui van der Vegt (Weesp 1833 – Weesp 1898) Haar leven heb ik uitgebreid beschreven. De tijd waarin zij leefde, is te zien in de archieven. Ze werd maar 64 jaar oud en 4 van haar kinderen overleden jong. Geertrui kon schrijven blijkt uit haar ondertekening van de huwelijksakte. Behalve haar handtekening zien we ook de handtekening van haar broer Kris. Beiden schrijven ze Van der Vecht. Cornelis van der Vegt (Weesp 1835 – Weesp 1836) Hij werd vernoemd naar zijn vader die bij zijn geboorte 52 jaar oud was.
Hendrika de Jong Van der Vegt (Weesp 1812 – Weesp 1814) Zij is Christiaan en Kaatje hun eerste kleinkind en beiden hebben haar gekend. Haar voornaam is echt Hendrika de Jong en haar vader is onbekend op de akte. Althans, zijn naam staat niet daar maar ik denk dat het wel heel duidelijk is hoe hij heette. Ze stierf ongedoopt, terwijl haar grootmoeder Kaatje aan de kerkenraad bijna gesmeekt heeft of haar kleindochter gedoopt mocht worden.
Maria Nassies (Weesp 1814 – Amsterdam 1814) Door Maria haar overlijden weet ik dat haar ouders met een kermistent op de Amsterdamse Botermarkt, het huidig Rembrandtplein, stonden. Op haar overlijdensakte staat: “zes weeken , wonende ambulant en overleden Botermarkt in de tent der Singaleesen, geboren te Weesp, Dochter van Joseph Nassies van beroep reisende met zijn Spel en Grietje van der Vegt“.
Joseph Nassies(Den Helder 1817 – Vlissingen 1833) Hij heeft nog geen eigen verhaal op de site, omdat ik denk dat ik meer over hem kan vinden. Joseph overleed als scheepsjongen op het wachtschip Minerva staat er op de overlijdensakte. Misschien is er nog ergens bijvoorbeeld een scheepsrol. Christiaan Nassies (Den Helder 1820 – ?) Spoorloos is deze Christiaan…. Is hij als kind overleden of is hij, net als zijn broers, gaan varen? Zijn naam voer ik halfjaarlijks in op Supersearch van MyHeritage, misschien vind ik hem zo een keer ergens op de wereld…..
Cornelis Nassies (Den Helder 1821 – ?) Over Cornelis zijn enerverende leven weet ik veel. Hij was scheepskok, voer naar Miramar, voormalig Birma, leed schipbreuk met de Petronella, maar overleefde het als één van de weinige. Het blijft voor mij bijzonder om een afbeelding te zien van dit schip waar Cornelis op voer.
Onderzoekster Lieve heeft Cornelis geadopteerd en vond hem terug in Amsterdam onder de naam Cornelis Nasjis. Zo werd duidelijk dat Cornelis is blijven varen, naar Batavia maar ook naar Scandinavië en Rusland. Waar en wanneer hij is overleden weet ik nog niet…
Maria Nassies (Den Helder 1825 – Den Helder 1826) Familie onderzoekers komen het allemaal tegen, jong overleden kinderen zoals Maria. Veel aandacht krijgen ze vaak niet, maar soms kunnen ze geheimen prijsgeven die we anders niet hadden gevonden. Zoals Maria op haar overlijdensakte; In de kantlijn staat “weeshuis”. Het overlijden van haar moeder Grietje heb ik nog niet gevonden maar zou het zo zijn dat Grietje voor 1826 was overleden? Dat haar kinderen in het weeshuis terecht zijn gekomen? In het archief van Alkmaar ben ik op zoek geweest naar hen in een weeshuis, maar heb ze niet gevonden. Wel las ik dat de jongens vanaf een bepaalde leeftijd naar zee werden gestuurd. Dat past precies bij Maria haar broers.
Jan Christiaan van der Vegt (Amsterdam 1816 – ?) Ook van deze kleinzoon weet ik weinig en heb ik geen datum van overlijden maar ik weet dat hij tenminste 13 jaar oud is geworden. Hij staat in het bevolkingsregister van Den Helder als Jan van der Regt. Het zou mij niets verbazen wanneer hij ook is gaan varen…..
Elizabeth van der Vegt (Amsterdam 1819 -?) Ik heb het vermoeden dat Elizabeth vlak na haar geboorte is overleden. Veel is er niet gevuld en haar moeder ligt nog in het Binnen Gasthuis. De patiëntenregisters beginnen in 1850, daar kan ik niet meer informatie bij vinden. Ook heb ik in de eenjarige tafels van overlijden gezocht maar haar niet gevonden.
Catharina Johanna van der Vegt (Buiksloot 1820 – Leiden 1865) Tot mijn schande kom ik erachter dat deze kleindochter nog geen eigen blog heeft…… Daar ga ik binnenkort verandering in brengen! Update: Ze heeft haar eigen verhaal Catrina van der Vegt Ik denk dat ze een beetje in mijn vergetelheid is terecht gekomen door haar nichtje die naar haar vernoemd is. Het blog over haar staat in mijn top 10.
Hendrica Sophia van der Vegt (Warmenhuizen 1822 – Den Helder 1897) Over het, in mijn ogen treurige leven van deze kleindochter ben ik veel te weten gekomen. Ik heb het uitgebreid kunnen beschrijven en ben blij over hoeveel er in de Nederlandse archieven te vinden is.
Teunis Brederode (Den Helder 1843 – Den Helder 1844) Op zijn geboorteakte krijgt hij de achternaam van zijn moeder Vrouwtje Brederode, bij zijn overlijden heet hij Van der Vegt. Veel valt er niet over hem te schrijven maar…. ik kon het niet laten als inwoner van de Vijfheerenlanden en “Het Land van Brederode“. En inderdaad is Vrouwtje een verre nazaat van Dirk III van Brederode.
Christiaan van der Vegt (Nederhorst den Berg 1820 – Amsterdam 1820) Deze Christiaan zijn overlijden heb ik gevonden toen ik nog niet geleerd had om alle vondsten goed vast te leggen. Ik het dus niet meer terugvinden… Dus een les ook voor alle beginners, noteer je bronnen!
Pieter van der Vegt (Nederhorst den Berg 1821 – Weesp 1828) Vlak voor zijn geboorte probeerde de Schout van Nederhorst den Berg zijn moeder buiten de gemeentegrenzen te krijgen. Bang dat ze ondersteunt moest gaan worden door de stad omdat zijn vader niet aanwezig was. Zijn vader werkte aan het Noord-Hollandskanaal…
Kaatje van der Vegt (Weesp 1823 – Amsterdam 1864) Wanneer je alleen naar geboorteakte, huwelijksakte en overlijdensakte vindt, lijkt het alsof er over deze Kaatje verder niets te vertellen is. Ik denk dat ik meer over haar leven weet dan dat ik vooraf had kunnen bedenken. Ze kon zelfs schrijven. Ik zou zo graag haar nazaten hun DNA testen voor nieuwe stukjes Christiaan. Marretje van der Vegt (Weesp 1825 – Weesp 1845) Negentien jaar werd ze en ik heb die jaren nog niet onderzocht. Zou zij net als sommige van haar nichtjes ook dienstbode zijn geweest?
Christiaan van der Vegt (Weesp 1828 – Weesp 1828)
Christina van der Vegt (Weesp 1833 – Weesp 1859) Hoe zou haar leven er uitgezien hebben, vooral de laatste jaren? Dat ga ik toch nog eens bekijken of ik iets kan vinden.
Annetje van der Vegt (Weesp 1835 – Bloemendaal 1903) Deze kleindochter intrigeerde mij al lang en over haar heb ik een uitgebreid blog kunnen schrijven, afbeeldingen van huizen waar ze woonde en onverwachte archiefdocumenten. Haar hoef ik niet meer te onderzoeken. Bessel van der Vegt (Weesp 1836 – Weesp 1837)
Alexander Britting (Rotterdam 1821 – Den Bosch 1825) Als zoon van Antje van der Vegt en de directeur van het rondreizend marionettentheater “De vier Kronen” heeft hij in zijn jonge leven veel gereisd. Hij werd een maand voor het huwelijk van zijn ouders in Dordrecht geboren en erkend door zijn vader.
Alexis Britting (Den Haag 1823 – Hoorn 1905) Zijn leven heb ik uitgebreid beschreven. Stiekem hoop ik dat deze orgeldraaier ooit eens is gefotografeerd en dat ik die foto vind.
Zij zijn ook de enige van wie ik foto’s heb. (Ingekleurd door Dana Keller en verbeterd door MyHeritage)
Van de 29 kleinkinderen werden er 16 geboren toen Christiaan leefde, 16 keer werd hij grootvader. Hij kwam in Nederland toen hij een klein kind was zonder enige bloedverwant in zijn leven. Aan het eind van zijn leven was hij omringt door kinderen die aan hem verbonden waren, sommige door hun naam en allemaal door hun DNA/bloed. Zou hij dat ook zo gevoeld hebben?